Je eigen hangbrug
Mijn man is een informatieverzamelaar. Zo "spaart" hij al weer een tijdje hangbruggen in Zwitserland en natuurlijk wilden we er een paar doen tijdens onze laatste vakantie. Of we het zouden aandurven, we hadden geen flauw idee. Hoogtevrees hebben we niet, maar je moet vóór of op zo'n ding staan wil je het gevoel hebben: welja, dat doe ik, of: voor geen enorme tas aan Zwitserse Franken ga ik erover! Gewoon proberen was het enige wat erop zat.
De eerste brug was er een op de Grimselpas, bij Handeck. Daar is een baantje waar ik, ondanks groot gebrek aan hoogtevrees, nog steeds niet in wil. Dat baantje deed het nog niet (soms heeft een mens geluk) omdat we er in het voorjaar waren. Met een half oog op die Gelmerbahn (doe ik het ooit?) zijn we de hangbrug overgegaan. Verder geen toeristen en dat scheelt voor zo'n eerste keer. Maar niet alleen durfden we, we vonden het geweldig!
Aan de tweede hangbrug die we namen hangt een verhaaltje. In de buurt van Frutigen en Adelboden woont een man die in de bergen is opgegroeid, een echt kind van de bergen.
Hij woont daar al zijn hele leven en hij wil er ook niet weg. Wel vond hij het lastig dat zowel hij als zijn vrouw – hij was verpleegkundige, zij onderwijzeres – altijd zo'n enorm omtrekkende beweging moesten maken om aan de andere kant van de kloof te komen. Ze kregen kinderen en ook voor zijn kinderen wilde hij graag een gemakkelijker oversteek. Wat te doen? Je bouwt een brug. Niet zomaar een brug, maar een echte hangbrug, met uiteraard hulp van ingenieurs en andere deskundigen, maar wel je eigen brug!
De oversteek van de brug is gratis. Dat geldt trouwens voor alle hangbruggen. Alleen moet hij ook het onderhoud en de verzekering zelf bekostigen en dus is hij een minirestaurantje begonnen aan het begin van de brug, met een geschreven mededeling dat ze hopen dat je daar iets wilt gebruiken zodat eventuele winst benut kan worden voor de eigen brug. Laat het nou net lunchtijd zijn als wij daar aankomen (weer geluk!).
Een kaart heeft hij niet; op schoolborden staat wat je er te eten kunt krijgen en dat aanbod is beperkt, maar het zijn wél allemaal verse streekproducten waarover hij met zoveel enthousiasme en Zwitsers vuur kan vertellen, dat je vanzelf trek krijgt. De kaas die je krijgt heeft twee jaar gerijpt (hij wijst schuin omhoog) in die bergen daar, het gedroogde vlees komt weer uit een ander stukje Zwitserland (hij wijst in de richting van een ander kanton…) en de worsten zijn in de kelder gedroogd (daar, in Frutigen).
Zijn eigen huis staat vlak naast de brug/het minirestaurantje. We bestellen een bord streekproducten, want dat willen we gewoon ook meemaken, en we krijgen een grote houten plank met kaas- en worstsoorten, die ter plekke werden afgesneden. Brood erbij, geen bestek, gewoon met je handen eten. Ik heb nog niet vaak zó lekker gegeten, al was het alleen maar vanwege de omgeving, het idee van de streekproducten en de geanimeerde manier waarop de eigenaar van de brug vertelt over brug en eten!
O ja! Moet daar ook nog naar het toilet. Stukje uitgehouwen rots af, kop intrekken en deurtje door, even raar kijken naar dat ronde gat in een plank, wél met keurige wc-bril, en dan gewoon maar aan iets anders denken en doen waar je voor komt. Handen wassen kan gelukkig ook (kein Trinkwasser!).
We zijn die brug twee keer helemaal heen en helemaal teruggelopen. Wat een ervaring! Want die ervaring, je eigen schaduw daar zien in de diepte en daar al filmend naar zwaaien als echte toerist, dat moest in tweeën, dat trokken we niet in één keer!
© -Olga-
Wie het leuk vindt het stukje te lezen dat in het Thuner Tagblatt heeft gestaan kan
hier klikken!